Bedwantsen Bestrijden

Over Bedwantsen

Bedwantsen zijn een vervelende plaag die zich steeds vaker verspreidt in Nederland. Het bestrijden van bedwantsen is een lastige klus en daarom is het belangrijk om het serieus aan te pakken. Bedwantsen kunnen overal voorkomen, van goedkope jeugdherbergen tot dure hotels en zelfs in uw eigen slaapkamer. De beestjes zijn zo'n 5 tot 6 millimeter groot, hebben een plat lichaam en kunnen zich gemakkelijk verstoppen in de plooien van beddengoed en matrassen, maar ook achter behang, plinten of in holle bedspijlen.

Bedwantsen voeden zich met het bloed van onder andere mensen. Ze prikken met hun steeksnuit door de huid, zuigen bloed en injecteren verdovende en anti stollende stoffen. Dit kan leiden tot wondjes en jeukbulten. Bedwantsen hebben hun naam te danken aan de plek waar ze zich doorgaans het meest bevinden: in bedden. Ooit hadden bedwantsen vleugels, maar deze zijn in de loop der tijd weer grotendeels verdwenen. De restanten zijn zichtbaar als twee kleine 'flapjes' achter het halsschild.

Bedwantsen zijn lastig te bestrijden en zijn niet tegen te houden door fanatiek poetsen. De rode vlekjes die de steekwondjes achterlaten, lijken veel op muggenbulten en genezen over het algemeen snel. Soms kunnen er echter huidinfecties ontstaan of worden de bultjes opengekrabd waardoor er littekens ontstaan. In tegenstelling tot andere bloedzuigende insecten zoals muggen en vlooien, kunnen bedwantsen geen ziektes overbrengen.

Het leven van een bedwants

De ontwikkeling van bedwantsen verloopt via onvolledige gedaanteverwisseling. Van ei tot volwassen dier duurt ongeveer twee maanden bij een temperatuur van 18-20°C. Het wijfje legt 100-200 eitjes, 2-12 per dag, en bij hogere temperaturen kunnen dit er zelfs wel 500 zijn. De bedwantsen komen vooral voor in slaapvertrekken en hebben een bloedmaaltijd nodig van een mens of dier, één keer per acht dagen. Het bloedzuigen duurt zo'n vijf tot tien minuten, en voor iedere vervelling van de larve is opnieuw een bloedmaaltijd nodig.

Om bedwantsen te voorkomen, is het belangrijk om goederen zo min mogelijk te verslepen en geen goederen uit besmette vertrekken te verplaatsen.